Slaapregressie 14 maanden
Je dreumes maakt in de periode na zijn eerste verjaardag verschillende fysieke en mentale ontwikkelingen door. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en manier. Hoewel sommige kinderen rond hun eerste verjaardag al een slaapregressie doormaken, is het ook heel normaal als deze slaapregressie pas bij 14 maanden plaatsvindt. Wat houdt deze 14 maanden slaapregressie in en waar moet je als ouders rekening mee houden?
Slaapregressie baby 14 maanden
De 14 maanden slaapregressie is vergelijkbaar met de sprong bij 12 maanden, hij vindt alleen 2 maanden later plaats. Het is belangrijk om te beseffen dat een slaapregressie niet gebonden is aan de leeftijd van je kind. De maanden die bij een slaapregressie worden genoemd zijn niets meer dan gemiddelden om een idee te geven wanneer je dit kan verwachten.
De 12 maanden slaapregressie heet zo omdat de slaap van kinderen gemiddeld rond deze leeftijd verandert door enkele belangrijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen kosten veel energie en hebben invloed op de slaap van je kind. In feite is een slaapregressie dus meer een slaapprogressie: je kind ontwikkelt zich en slaapt hierdoor tijdelijk anders dan ‘normaal’. Ieder kind maakt deze ontwikkelingen op zijn eigen tijd door. Gemiddeld gebeurt dit rond de 12 maanden, maar het is ook heel normaal als dit wat eerder of juist later gebeurt (bijvoorbeeld bij 14 maanden)
Ontwikkelingen bij sprong 14 maanden
Rond deze periode gebeurt er veel in de ontwikkeling van je kind, hoewel de exacte mijlpalen per kind verschillen. Zichzelf optrekken, leren staan, pogingen tot lopen doen of misschien zelfs al de eerste stapjes zetten zijn enkele veelvoorkomende fysieke ontwikkelingen. Een veelvoorkomende mentale ontwikkeling rond deze slaapregressie is de ontwikkeling van de taal. Misschien herkent je kind meer woordjes, probeert hij ze uit te spreken of hoor je hem steeds meer zingen.
Al deze ontwikkelingen kosten je dreumes veel energie en hij heeft zijn slaap dus hard nodig. Toch kunnen al deze ontwikkelingen juist een invloed op de slaap hebben, waardoor je baby bij 14 maanden ineens slecht slaapt.
Hoe slaapregressie 14 maanden herkennen?
Een 14 maanden slaapregressie is een verandering in het slaappatroon van je dreumes. Er zijn veel verschillende kenmerken, maar de volgende signalen komen veel voor:
- Vaker wakker tijdens dutjes of ‘s nachts
- ‘s Ochtends vroeger wakker
- Hangeriger, huileriger dan normaal
- Last van verlatingsangst
- Minder zin in eten
- Dutjes weigeren
- Hele korte of juist hele lange dutjes
Slaapregressie 14 maanden of geen ochtenddut meer?
Het kan voor ouders lastig zijn om de signalen te herkennen en deze toe te schrijven aan een slaapregressie. Deze kenmerken kunnen namelijk ook een andere oorzaak hebben. Bij de 14 maanden slaapregressie komt het weigeren van de ochtenddut of tijdens de dut wakker in bed liggen bijvoorbeeld veel voor. Maar hoe weet je of je kind dutjes weigert omdat hij een slaapregressie doormaakt of dat hij klaar is om de ochtenddut te laten vallen?
Veel ouders laten het ochtenddutje vallen als hun kind rond 14 maanden ineens slecht slaapt. Hoewel sommige kinderen op deze leeftijd genoeg hebben aan 1 dutje, hebben de meeste kinderen de ochtenddut nog hard nodig. Ons advies is om niet te snel te stoppen met de ochtenddut. Heb je het idee dat je dreumes al goed zonder de ochtenddut kan? Bouw dit slaapje dan geleidelijk af. Lees meer hierover in dit artikel: van twee naar een slaapje.
3 tips bij slaapregressie 14 maanden
- Hanteer een duidelijke routine
Een duidelijke routine zorgt voor ritme en regelmaat, iets waar je kind veel baat bij heeft. Juist als hij wat minder goed slaapt. Zo weet hij namelijk wat hij kan verwachten. Probeer ook voor ieder slaapje dezelfde handelingen uit te voeren, zodat je kind herkent dat het bijna bedtijd is. - Gooi niet ineens de hele (slaap)routine om
Het is verleidelijk, maar start niet ineens met iets wat je voorheen niet deed. De kans bestaat dat er een slaapassociatie ontstaat die ook na de slaapregressie in stand blijft. Wat je wel kunt doen is de huidige routine eens goed bekijken. In onze slaapgids vind je adviezen voor routines. - Bouw de ochtenddut niet te snel af
Veel ouders laten de ochtenddut in deze periode vallen terwijl hun kind hier nog niet aan toe is. Ons advies is om de ochtenddut te blijven aanbieden. Grijp ook niet te snel in als je kind de dut weigert of niet wil slapen.
Advies door slaapcoach bij 14 maanden sprong
De 14 maanden slaapregressie hangt samen met enkele grote mijlpalen van je kind. Het kan lastig zijn als je kind rond deze periode ineens slechter gaat slapen. Maar onthoud dat een slaapregressie iets tijdelijks is en vanzelf overgaat, ook deze slaapregressie van 14 maanden. Ons belangrijkste advies is om alles zoveel mogelijk bij het oude te houden. Gooi niet ineens de hele routine om als je baby dutjes weigert, niet meer zonder jou wil slapen of vaak wakker wordt ‘s nachts. Als je alles omgooit bestaat de kans dat je een nieuwe slaapassociatie creëert die in stand blijft terwijl de slaapregressie is verdwenen.
Je helpt je dreumes het beste door de routine duidelijk en herkenbaar te houden. Structuur en voorspelbaarheid helpen je baby bij een slaapritme en kunnen het slaapgedrag aanzienlijk verbeteren. Ben je op zoek naar een goede routine voor je dreumes van 14 maanden? In onze slaapgids met voorbeeldroutines vind je uitgebreide routines voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Als je op zoek bent naar persoonlijk advies over de 14 maanden slaapregressie of een ander onderwerp, raden we een telefonisch consult aan. In dit consult bespreken we jullie situatie en gaan we op zoek naar oplossingen en verbeterpunten. Werken aan het slaapgedrag van je kind kan altijd, ook tijdens slaapregressies.
Leer meer over de slaapregressie van een baby
Onze favoriete producten
Gerelateerde slaaptips
Dag- en nachtritme creëren
Baby’s worden geboren zonder dag- en nachtritme en vooral het gebrek aan ritme en de gebroken nachten zijn voor veel ouders ontzettend wennen. Waarom hebben jonge baby’s nog geen dag- en nachtritme en vanaf wanneer ontstaat dit ritme? We leggen het uit in dit artikel én vertellen je hoe je je baby een handje kan helpen met het creëeren van een dag- en nachtritme. Wanneer dag- en nachtritme bij baby? Een belangrijke functie in het menselijke lichaam is de biologische klok. Deze interne klok is onder meer verantwoordelijk voor ons dag- en nachtritme. Dit bioritme duurt ongeveer 24 uur en wordt voor een groot deel beïnvloed door licht en donker. Ons lichaam is zo ingesteld dat we slaperig worden als het donker is en alerter worden door (dag)licht. Bij pasgeboren baby’s is de biologische klok nog niet ontwikkeld, waardoor ze ook nog geen dag- en nachtritme hebben. Dit ritme ontwikkelt zich pas vanaf ongeveer 8 weken na de geboorte. Vanaf dat moment ontstaat er langzaam een dag- en nachtritme, ook wel een slaap- en waakritme genoemd. De ontwikkeling duurt zelf ook zo’n 8 weken en is rond de leeftijd van 4 maanden klaar. Hoe krijgt mijn baby een dag- en
Baby van 9 weken: hoeveel slaap is er nodig
Je baby van 9 weken: hoeveel slaap heeft hij of zij nodig? Hoeveel een baby moet slapen is een belangrijke vraag van veel ouders. En wil je weten hoe je jouw kleine vooral overdag beter kunt laten slapen? We leggen het je uit. Dus merk je dat jouw baby overdag niet wil slapen. Of niet zelfstandig in bed wil slapen? Het zijn lastige situaties, waardoor je ook ’s nachts meer wakker zal zijn dan je misschien lief is. Wij geven je in dit artikel praktische tips. Meer tips vind je ook in onze digitale slaapgids voor baby’s van 0 tot 16 weken. 5 uur slaap voor overdag Je baby van 9 weken zal al meer alert en wakker zijn dan tijdens de eerste paar weken. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden. Zorg er overdag wel nog steeds voor dat je voldoende momenten voor slaap plant. Probeer je baby tussen 6:30 uur en 18:30 uur ongeveer 5 uur te laten slapen. Dat kun je verdelen over 3 tot 4 dutjes, waarmee je rekening houdt met de wakkertijd van ongeveer 1,5 uur van je kleine. Je zal merken dat je baby van 9 weken op die manier goed slaapt, waardoor
Slaapregressie 4 maanden
De 4 maanden slaapregressie is de eerste slaapregressie van je baby waar je mee te maken kan krijgen. Het goede nieuws is dat deze 4 maanden sprong tijdelijk is en na een tijdje vanzelf overgaat. Dat neemt niet weg dat deze eerste sprong de slaap van je baby goed kan ontregelen, met alle gevolgen die daarbij horen. Wat is de 4 maanden slaapregressie precies en hoe ga je hier zo goed mogelijk mee om? Slaapregressie baby 4 maanden De slaapregressie bij 4 maanden is de eerste slaapregressie die we kennen. Een slaapregressie is in feite niets meer dan een verandering in het slaappatroon en deze verandering ontstaat meestal door enkele belangrijke fysieke of mentale ontwikkelingen. Ontwikkelingen bij 4 maanden slaapregressie Bij de 4 maanden slaapregressie is het leren (om)rollen de belangrijkste fysieke oorzaak. Je baby is rond deze leeftijd druk bezig met pogingen tot rollen. Wanneer je baby precies gaat rollen kan erg verschillen. De ene baby begint al bij 3-4 maanden, terwijl het bij andere baby’s wat langer duurt. Dit is allemaal heel normaal, maak je dus geen zorgen als je baby wat sneller of langzamer is dan anderen. Naast de fysieke ontwikkeling van het leren omrollen, maken baby’s
Veilig slapen voor je baby: richtlijnen & tips
Baby’s slapen het grootste deel van de dag, in de eerste maanden soms wel 16 tot 17 uur per dag. Je wilt natuurlijk dat je kind goed slaapt, maar nog belangrijker is dat je baby veilig slaapt. Maar hoe zorg je voor een veilige slaapomgeving? In dit artikel vind je de basisrichtlijnen om je baby veilig te laten slapen en we geven ook andere tips die bijdragen aan een veilige nachtrust. Meer een luisteraar? Beluister onze podcast in samenwerking met veiligheidNL waarin we de richtlijnen met nuances bespreken. Waarom is veilig slapen belangrijk? Een veilige slaapomgeving helpt de kans op wiegendood te verkleinen. Wiegendood is een verzamelterm voor kindersterfte in de wieg en deze term wordt gegeven aan alle gevallen waarbij de oorzaak van het plotselinge overlijden niet bekend is. Hoewel het aantal gevallen van wiegendood in Nederland de afgelopen decennia flink is afgenomen, overlijden er jaarlijks nog steeds kinderen in de wieg. Uit recente onderzoeken is gebleken dat er een verhoogd risico op wiegendood is als een drietal factoren tegelijk aanwezig zijn: Kwetsbare baby Kritische periode (baby’s tussen de 0 en 6 maanden) Omgevingsfactoren Het is goed om te beseffen dat we eigenlijk alleen invloed hebben op de omgevingsfactoren.
