Geen slaapje meer doen overdag: je dreumes of peuter komt vroeg of laat op dit punt. Deze periode gaat vaak vooraf gepaard met wisselvallige middagdutjes: de ene dag is een middagslaapje nodig en de andere dag niet. Dat is oké, het hoort erbij. Wanneer heeft een kind geen middagslaapje meer nodig en waar moet je op letten als het laatste dutje overdag wegvalt?
Er komt een moment dat je kind zijn laatste dutje overdag niet meer nodig heeft. Peuters zijn meestal rond de leeftijd van 2,5 a 3 jaar toe om deze middagdut te laten vallen. Vaak zien we nieuwe (slaap)problemen als ouders deze dut weghalen bij een peuter jonger dan 2,5 jaar zoals vroeg(er) wakker worden. Natuurlijk is elke situatie anders en kan je peuter al op jongere leeftijd klaar zijn om het middagslaapje over te slaan. Hoe weet je wanneer je de middagdut kunt inkorten of overslaan?
Zolang je kind ‘s nachts goed slaapt (ongeveer tussen 19:00 en 06:00), is het prima om de middagdut in stand te houden. Zeker wanneer je merkt dat je kind hier echt behoefte aan heeft. Omdat iedere situatie verschilt, is het goed om te kijken of je peuter nog behoefte heeft aan het slaapje overdag. Heeft je kind steeds minder zin in de middagdut en slaapt hij of zij ook niet echt meer? Dit kan een signaal zijn om het middagslaapje in te korten voordat je hem helemaal laat vervallen.
Wanneer je de overstap maakt naar geen dutje meer is ons advies om te zorgen voor genoeg rustmomenten op een dag. Zeker rond bedtijd adviseren wij altijd een uurtje waarin al wordt toegewerkt naar het slaapritueel. Juist op deze leeftijd zijn kinderen vaak enorm hyper rond bedtijd en lijken ze niet moe. Hierdoor denken ouders dat hun peuter wel wat later naar bed kan gaan, terwijl een peuter juist alleen maar vermoeider (en lastiger) wordt.
Een goede routine kan erg helpen bij het slaapgedrag van je peuter. In onze slaapgids met voorbeeldroutines vind je routines voor iedere leeftijd, van 0 tot 4 jaar. Je kunt deze routines gebruiken als leidraad en om een eigen slaapritueel te ontwikkelen.